Proza-Poëzie
Werken in opdracht is echt een uitdaging. Je kan niet doen alsof en het vaktechnische wordt weer eens ten top gedreven. Prijs / kwaliteit is dan het motto.
Een jonge man verzocht mij een juweel te ontwerpen waarmee hij vereenzelvigd kon worden, nu en voor de rest van zijn leven. Hij zou uitgroeien tot een spirituele, beminnelijke en echte man met een open geest. Hij was reeds de tweemaal acht jaren gepasseerd en dus al een geslachtsrijpe jonge kerel.
Hij zocht naar iets groots, iets fenomenaals. Het zou een draak worden, een fabelachtig monster, verschrikkelijk om aan te zien. Een gevleugelde vuurspuwende slang, een geschubd dier met een kuif of kam, twee of vier klauwen, een spitse tong en een lange staart. Hij is de bewaker van schatten, biotopen of van een geliefde.
Voor de Chinezen was 2001 het jaar van de draak : een soort goddelijk monster dat zeer moedig is en onoverwinnelijk-heid uitstraalt. Het is een mythische vuurspuwer die veel gelijkenis met de hedendaagse sport of de politiek vertoont, want beide kunnen mythisch mooi, maar terzelfdertijd ook monsterlijk hard zijn. Zelfs Plato verkondigde dat meer dan 2000 jaar geleden. Weer een bevestiging dat er niets nieuws onder de zon is : wij mensen kunnen enkel vaststellen en ondergaan. Steeds komt het er op aan er iets mee te doen teneinde er spiritueel op vooruit te gaan.
In de islamitische mythen zijn de schubben van de werelddraak de sterren en zijn staart is de chaos. Alles wat is, omslingert hij ; hij zelf is ineen-gestrengeld. Hij is het symbool van de oneindigheid, of de oneindigheid zelf. Immers, alles ontstaat uit een chaos, zelfs een prachtige creatie in de kunst.
Hij is de materiele wereld die vol levenskracht zit en die door de wil van Allah door de eeuwigheid vliegt. Omdat de sterren slechts schubben op zijn lijf zijn, beweegt hij zich niet door de ruimte, maar door de tijd.
Voor de Chinezen werd de draak de incarnatie van de hemelse potentie “yang”. In zijn woordenboek registreert Lo Yizan (1136-1184) de negen schepselen waarmee de draak de volgende gelijkenissen moet vertonen : een gewei als van een hert, een kop als van een kameel, ogen als van een demon, een hals als van een slang, een buik als van een mossel, schubben als van een vis, klauwen als van een arend, poten als van een tijger en oren als van een rund (naar W. Miinke).
De draak in Europese sagen is doorgaans een gevleugeld reptiel, maar hij staat ook in direct contact met de natuurkrachten. Hij verblijft vaak in moerassen waar enge nevelen uit opstijgen en als de bergrivieren in het Alpengebied overstromingen veroor-zaakten zeiden de mensen “De draak is uitgetreden”. Als die draak door de lucht vloog woedde er een onweer ; steeds weer symboliseerde hij bovenmenselijke krachten.
Altijd wordt er het ergste gevreesd, maar het beste gehoopt wat eigenlijk een vorm van meditatie, een vereen-voudigde vorm van denken is. Het is te vergelijken met de afwezigheid van licht proberen te vatten ; het is eigenlijk niets meer dan “donker”. Duisternis bestaat niet : alles is gunstig en zoals het hoort wanneer je datgene opzoekt waarvan het de afwezigheid zelf is.
Met positieve verenigde krachten kunnen immers alle hindernissen zonder moeilijkheden overwonnen worden. Tracht transcendentie als een nimmer aflatend geschenk van de hemel, afkomstig van de draak te zien. Het hoogste niveau van zelfverering bestaat immers uit medidatie en transcendentie. Zelfverering verheerlijkt het edelste in ons binnenste en is een verborgen steun voor de geest. Het veronderstelt kennis van het zelf en een herkennen van zijn eigen transcendentale eigenschappen.
Zelf-verering verheft iemand boven de wereld van alledag met zijn beperkingen. Alle daden en handelingen die voortvloeien uit een gezond gedrag, van baden tot eten en geslachtelijke omgang zijn vormen van zelfverering.
In het menselijk lichaam zijn steeds enkele tegendelen vervat, zoals :
o de schildpad die zonder haast van deze aarde geniet en daardoor een zeer lang leven beschoren is ;
o geboren uit deze aarde wordt de eenhoorn door vrouwen zeer geliefd en, hoewel hij maar zelden wordt gezien, schijnt zijn hoorn altijd hard te zijn ;
o de draak, die oorspronkelijk in de ingewanden van de aarde rustte, verbergt zich in de hemel.
Via magische trommels kan je het monster van de tijd verslaan.
MONSTERHELD
Nu zijn er weer monsters die ons bedreigen, zoals overkoepelende krachten in het toekomstige Europa en het toenemende vandalisme. Zoals in het verleden wordt alcohol openlijk op de vrije markt aangeboden en dan zullen het de drugs zijn. Stilaan gaan er stemmen op om alles ten dele of volledig vrij te geven.
Het vandalisme zal wel uitlopen in een soort van zelfprotectie. Ik zie het al voor me, in de linker holster een GSM, in de rechter holster een opgespannen pistool en op het hoofd een virtueel gesofistikeerde scanner. Angst zit tussen de oren….
Wanneer de nood of angst het grootst is dan rijst de hemelse draak die de verduisterde zon en maan draagt, op van de oevers van het meer en vliegt naar de berg die hij van bovenaf verlicht. Dan pas schijnt het licht in de duisternis die het aanneemt of niet en dan staan we weer terug waar we begonnen. Dan echter volgt er inzicht en actie, en niet zomaar inzicht, maar het allerhoogste inzicht. Dit transcendeert dualiteit (al het dit en dat).
De allerhoogste actie omvat grote vindingrijkheid zonder gehechtheid, de allerhoogste vervulling is de verwezenlijking van het innerlijke zonder hoop.
En toch heb ik de zilveren hemeldraak een robijntje als oog gegeven om uit de chaos van wervelingen wegwijs te raken.
Jef Van Leeuw